Djinn – Tofik Dibi

Vanaf het moment dat hij aan het politieke firmament verscheen, wist hij menigeen te fascineren: Tofik Dibi, fris, gedreven, Marokkaans-Nederlands en mediageniek. En nog homo ook, toch? Echt een aanwinst voor links-progressief Nederland, zou je denken. Hij kwam op, deed van zich spreken, kaartte belangrijke kwesties aan, maar leek na het vertrek van Femke Halsema en het Kunduz-besluit langzaam maar zeker uit koers te raken. Persoonlijk vond ik het pijnlijk te zien hoe krampachtig hij ontkende homo te zijn. Vervreemdend was ook de campagnetaal in de greep naar het leiderschap van GroenLinks. Bam! Van een rijzende ster was hij, in korte tijd, een gevallen ster geworden.

In de poëtische opening van zijn autobiografische boek Djinn, neemt Dibi ons mee in een mijmering over gevallen sterren, en geeft daarmee inzicht in zijn meest persoonlijke geheimen. Intrigerender dan de onthulling van het toch al wel publieke geheim van zijn homoseksualiteit, zijn de beschrijvingen van zijn innerlijke strijd, zijn angst en wanhoop, wensend bij een vallende ster, hopend op verlossing van het: “het onzegbare, het naamloze, dat altijd weer een weg terug vindt.”

Enerzijds is het verhaal van Tofik Dibi er een van verwoede pogingen te overleven binnen de schijnbaar tegenstrijdige werelden van homoseksualiteit en islam. Hoe gruwelijk en gewelddadig dit uit kan pakken, lezen we in de passages over zijn geheime escapades, die vaak eindigen in misbruik en mishandeling. “Dan verdwijn ik in mezelf, weg van hier, naar een plek waar alles klopt.”

Anderzijds is het een diep en intiem zelfportret van iemand die op zoek is naar zichzelf, en die hunkert naar herkenning. Wat te doen als je je nergens aan kan spiegelen? Wie ben je dan? Besta je dan eigenlijk wel? Mag je er wel zijn?

Veelzeggend zijn de talloze vergelijkingen die door het boek heenlopen. Dibi duidt zichzelf, en de mensen om hem heen, bij voorkeur door te verwijzen naar sprookjesfiguren (monsters, vampieren, Hans en Grietje, Sneeuwwitje, de boze stiefmoeder) of andere iconen uit de moderne popcultuur (de tovenaar van Oz, Pietje Bell, Roald Dahls Matilda, de Hulk en de X-Men). Het is alsof hij, bij gebrek aan rolmodellen van vlees en bloed, zijn eigen voorbeelden schept, puttend uit de fantasie en de vertelkunst.

Tegenover schaamte, twijfel en de interne hetze van het geheim en wat ze er misschien wel van zouden kunnen denken, staan gelukkig genoeg momenten van vertedering, dromen en hoop. Zo schrijft Dibi liefdevol over zijn eigenzinnige vader, zijn familie in Marokko en over ex-collega’s in de politiek. Daarnaast spreekt hij bewondering uit voor de lesbische moslima Irshad Manji en voor de onverschrokken vrijheidsdrang en diversiteit van de ball culture, zoals deze in beeld gebracht is in de documentaire Paris Is Burning.

Al met al een indrukwekkend en ontroerend boek, sensitief geschreven, zonder wrok, maar weloverwogen en met bijzonder veel persoonlijke nuance. Een spiegel voor Dibi zelf, en een krachtig voorbeeld voor vele anderen!

[Deze tekst werd voorgelezen op zaterdag 14 november 2015 binnen aflevering 28 van het radioprogramma Kulti Kulti (in de rubriek “Moedig Voorwaarts”)]

djinn

2 gedachten over “Djinn – Tofik Dibi”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.