Knipper knipper. Daar glipt het rode achterlichtje in de haast uit mijn hand bij het veranderen van de stand. Blup blup. Daar dobbert het op de gracht, ver van mij en mijn fiets vandaan. Als ik wegrijd knippert het nog steeds…
Drup drup. Daar biggelt een paar minuten later een traan over mijn wang, en spat uiteen op de bel. Waarom? Het zal toch niet het verdriet om het verlies van het lampje zijn?
Is het dan soms mijn contactlens die tegenstribbelt? Is het het vocht van de hydraterende crème dat opspeelt? Is het een gevolg van die zure koffiemelk van de kerstbrunch? Van het nuttigen dan wel de herinnering eraan? Of is het iets heel anders? Is het de napret van dat feest dat niet fijner scheen te kunnen worden? Een oprisping van de kater en stilte erna? Het zal toch niet komen door die Grote Liefdesbreuk? Ik zal toch niet heimelijk meehuilen met het volk dat onlangs zijn Leider verloor? Huil ik soms om iets wat amper valt te bevatten? Is het de spijt van onvervulde verlangens en gefnuikte dadendrang? De angst voor wat komt, in het nieuwe jaar?
Het schijnt dat hoe ouder een mens wordt, hoe sneller en makkelijker de ogen gaan tranen…
Laat ik het maar op de gure winterwind houden.
Mooie bijdrage!
Dank je, Vincent!