Een vriend belde me laatst op om te polsen of ik belangstelling had voor vrijkaartjes voor de uitvoering van de Matthäus-Passion in het Concertgebouw. Tja.. Zou ik het dan maar beleefd afwimpelen en bedanken voor de eer? Zou ik dan maar toegeven aan de macht der gewoonte, en bij twijfel vriendelijk maar resoluut “nee” zeggen? Tot mijn eigen verwondering, bleek ik deze keer echter onomwonden te kiezen voor “ja, graag!” Wat was er in mij gevaren?
Kennelijk was ik rijp geworden, zonder het zelf te beseffen. Mijn walging van Bach, die ik had overgehouden aan de saaie katholieke eucharistie, met vals schallend cassettebandje, dat achteloos werd stopgezet door de koster, bleek geweken. Niet langer schamperde ik over langdradigheid, over religie en over de lijdensweg die de gemiddelde luisteraar zich zou moeten laten welgevallen. Uiteindelijk ging ik samen met een enthousiaste vriendin naar het concert, waarna we ons beiden vooral bevoorrecht, verrijkt en geïnspireerd voelden door de klanken van deze klassieke traditie.
Druppelsgewijs is het klaarblijkelijk gebeurd. Met kleine beetjes is mijn smaak zich gaan verfijnen, en mijn interesse uitgebreid. Het is even ondoorgrondelijk als onontkoombaar. Rijpheid overkomt je, en valt pas te betrappen als je anders blijkt te denken en te voelen dan voorheen.
Rijpheid is niet na te jagen of te overhaasten. Er is ook niks aan te willen. Ooit kreeg ik als jonge twintiger bij de Schrijversvakschool te horen dat ik “eerst maar eens een jaar de wei in moest gaan”. Dat was een klap in mijn jeugdige gezicht, en een aanzienlijke beknotting van mijn dromen, hoe verstandig het advies ook was. In de ogen van de docenten had ik gewoonweg gebrek aan levenservaring, en mijn tragiek was dat juist daaraan binnen korte termijn weinig viel te veranderen.
Rijpheid of levenservaring kent helaas geen sluiproute. Iets wat halfbakken is zal nooit doorgaan voor voldragen. Zelfs de avocado’s in de supermarkt beloven meer dan ze kunnen waarmaken. “Eetrijp” op het etiket vereist nadere handmatige inspectie. Als je niet uitkijkt wordt de guacamole duur betaald.
Met tijd en stro rijpen de mispels. En als het appeltje rijp is, valt het vanzelf. Voor elk tastbaar of denkbeeldig fruit, van Bach tot Von Aschenbach geldt: geen rijpheid zonder geduld.
[Deze column werd zaterdag 14 juni 2014 voorgelezen in het radioprogramma KULTI KULTI, aflevering 11]

2 gedachten over “Rijp”