De zomer brandt. De zomer schroeit. De zomer brengt hoofden op stoom en soms tot regelrechte oververhitting. Meningen manifesteren zich driftig via de al dan niet ‘sociale’ media en slaan op hol. In deze komkommertijd, moet ik mezelf weerhouden in te gaan op alle heetgebakerde stellingnames, alle snel geformuleerde gratuite zienswijzen die zo aan me voorbijflitsen. Weg van de tirades op Twitter en het gekrakeel op Facebook!
Het schitterende van de zomer is dat het alle zintuigen verscherpt. Mijn virtuele nieuwsstroom mag dan branden van een uit zijn broek scheurende Lenny Kravitz, instortende kranen te Alphen, politiegeweld, racisme, discriminatie en andere narigheid, mijn ogen, oren, neus, smaak en tast maken eveneens overuren. Juist daarin vind ik nu, gek genoeg, troost.
Hoe heerlijk is het niet om bijvoorbeeld dieper te kunnen ruiken! Nu alles en iedereen, door de hogere temperatuur, zo veel meer dampt, laat alles zich ook zo veel intiemer kennen. Dat verfijnde parfum, dat eau de toilette, met een paar vleugjes zorgvuldig aangebracht, laat zich nu in het voorbijgaan in volle essentie verstaan. Dat lekkere gerecht, vers gestoofd, wasemt je van de straat de neusgaten in, en geeft je meteen zowel trek als inspiratie.
Hoe prachtig is het om, door de hogere intensiteit van het licht, kleuren eindelijk eens in al hun complexiteit te zien! Van de pure tinten van een bloeiende klaproos tot de zeer persoonlijke finesses van iemands iris..
Als ik me niet te veel in beslag kan laten nemen door de indirecte prikkels van de waan van de dag, maar me baad in de intense ervaring van wat zich hier en nu aandient, voel ik me vrijer, jonger en speelser. Ik lijk heviger te leven, onstuimiger te bestaan. Sleur lijkt ineens te zijn verdampt. Twijfel lijkt gesmolten.
Ik wentel me in kleine genoegens die ik normaal gesproken onbeduidend vind, maar die nu juist verfijnd en delicaat blijken. Ik luister keer op keer naar een luchtig liedje van Madonna wat eigenlijk nooit bedoeld was om uitgebracht te worden, maar dat me stiekem toch in alle simpelheid heel vrolijk maakt. Ik koop een waterijsje en ga terug naar mijn jeugd, proef die originele, lang vervlogen smaak, en herinner me hoe ik me ooit verwend en dankbaar tegelijk voelde. Ik betaal bij de supermarkt, en de knappe kassajongen geeft niet alleen een knipoog, maar raakt ook even kort mijn hand aan als hij me mijn sleutelbos met bonuskaart teruggeeft. Ik ga op weg met de fiets naar een goede vriend, en een schattig meisje van een jaar of drie roept naar me vanaf een balkon op de eerste etage. Of ik alsjeblieft haar lila bal terug naar boven wil gooien? Natuurlijk!
[Deze tekst werd voorgelezen op zaterdag 8 augustus 2015 binnen aflevering 25 van het radioprogramma Kulti Kulti (in de rubriek “Moedig Voorwaarts”)]

weer een prachtig stuk Robert. Zomerzoen!
Dank je, Robbert! X