Met mijn handen in het haar tuur ik naar het scherm. De karakters dansen voor mijn ogen: L-G-B-T-Q-Q-I-A-P-2. Ik vergelijk de verschillende varianten en verval in twijfel. Welke doet nu het meeste recht, omsluit de meeste mensen? Moet er een extra “plus” bij voor nu nog onvoorziene of onbekende groepen? Hoe ver ga ik mee in de uitbreiding? Kan het wellicht toch wat korter en eleganter?
Voor de zoveelste keer worstel ik met de aanduiding van mijn radioshow Kulti Kulti voor MVS Gaystation. Op de Facebook-fanpagina verander na lang gepeins LHBTQ in LGBT+, en vraag me nu al af hoe lang dit compromis goed zal blijven voelen tot ik het opnieuw zal aanpassen.
Er is anno 2017, voor en rond wat voorheen Gay Pride heette, veel te doen om benamingen. In de sociale en massamedia wordt gesteggeld, en soms ronduit gebekvecht over het toevoegen of juist weghalen van letters, die de doelgroep beschrijven. Al geruime tijd is er weerstand tegen wat de “alfabetsoep” wordt genoemd. De kritiek is dat er te veel letters zijn bijgekomen, dat het oorspronkelijke recept aan smaak heeft ingeboet en de bouillon, bij wijze van spreken, is verwaterd.
De gemeenschap waaromheen Pride Amsterdam nu georganiseerd is, is onderling eigenlijk best een soepzootje. Zo heeft het COC gekozen afstand te doen van de letterbrij door deze, onder het mom van inclusiviteit, flink door te koken tot een meer gebonden geheel. Daarbij is de benaming “gay”, analoog aan andere wereldsteden, verwijderd uit de titel van het evenement, omdat niet iedereen zich daar genoeg in blijkt te herkennen.
Aan de andere kant voelen activisten van het eerste uur zich op hun beurt gepasseerd door het schijnbaar wegpoetsen van de geschiedenis en de ooit zo van belang geachte zichtbaarheid. Er gaan stemmen op om de focus terug te brengen op de seksuele diversiteit (waar het ooit om begon), minder op gender, of juist aparte prides te organiseren voor de diverse groepen om ieders eigenheid te benadrukken.
Verder wordt er gekibbeld over het vermeende commerciële karakter van de Pride. De samenstelling van de boten in de canal pride wordt onder de loep genomen, de organisatie en de bedrijven krijgen volop verwijten. Idealisme botst met commercieel pragmatisme, meer inclusief met meer exclusief, politiek correct met traditioneel. Ondernemers in de Reguliersdwarsstraat wijzen in hun frustratie naar de gemeente, en die wijst weer terug. Er zijn bewoners die beweren overlast te ondervinden, en er zijn mensen die zeggen dat die bewoners niet zo moeten zeuren. Om over de verdeeldheid over genderdiversiteit nog maar te zwijgen!
Als Amsterdam Pride een soepje is, dan is het een soep waar iedereen een mening over heeft:
“Gatver, er zit toch geen vlees in, hè?”
“Bah, die vermicelli blief ik nie!”
“Iew, wat een naar mondgevoel..” en
“Noem je dit nou heus.. soep?”
Toch zullen we er samen uit moeten zien te komen. Niemand heeft gelukkig het patent op wat Pride moet zijn. Ieder kruidt en verfijnt zijn, haar of hun soepje op geheel eigen wijze. Geen zin in de botenparade? Ga dan iets cultureels doen, kies iets uit de vele andere activiteiten of verzin desnoods zelf iets wat jij Pridewaardig acht. “Een beetje van mezelf.. en een beetje van..” het COC, een snufje Amsterdam Gay Pride, en een flinke scheut vrienden en bekenden!
“This is my pride”, inderdaad! Hopelijk wordt de soep niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend..