“Al die willen te kaap’ren varen, moeten mannen met baarden zijn. Jan, Pier, Tjores en Corneel, die hebben baarden, die hebben baarden. Jan, Pier, Tjores en Corneel, die hebben baarden, zij varen mee.”
Laat aan mij die boot dan maar lekker voorbij gaan..
De baard is alomtegenwoordig. Wat begon als een hype onder jongeren die zich helemaal hipster de pipster voelden, is ontaard in een onmiskenbare verandering in het straatbeeld. Heel veel mannen doen inmiddels mee aan de wildgroei en laten hun gezichtshaar welig tieren. Een modesite als Adversus.nl voorziet daarbij ook nog eens dat de baarden alleen nog maar voller en langer zullen worden de komende tijd.
Nooit gedacht dat ik het nog mee zou maken te mogen leven in een tijd waarin Raspoetin, ZZ Top en Vader Abraham toonaangevende stijliconen blijken te zijn. Getogen in de jaren ’80, wist ik immers niet beter dan dat baarden ouderwets en achterhaald waren. Baarden waren in mijn ogen sullig en suf, en pasten perfect bij sullige en suffe leraren, tv-presentatoren en andersoortige manspersonen die je toen zoal tegenkwam. Baarden wekten ook argwaan bij me op, alsof de dragers ervan iets te verbergen hadden, of dienden ze soms ook ter compensatie van een of ander gebrek?
Nu ik zelf de leeftijd heb bereikt van die baardapen, waar ik als kind zo vreemd naar keek, schrik ik nu als ik jongemannen zie die zo nodig hun baard denken te moeten opkweken. Wat zonde van al die mooie gezichtjes! Wat vreselijk dat al die frisheid bedorven moet worden door zo’n ouwelijke laag weerbarstig vlas! Bah!
In bed lijkt me ook geen lolletje. Lig je daar met schrale lippen van het zoenen naast je schatje, broeierig heet met die kriebelende haren onder het dekbed, en stuit je op dat restje erwtensoep dat ergens tussen neus en kin is blijven hangen. Dat wordt vlooien. Brrr…
Nou moet ik bekennen dat er ook uitzonderingen zijn. Er zijn mannen wier gezicht wel degelijk opfleurt door een baard. Zie bijvoorbeeld minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Ronald Plasterk, die inmiddels weer gladgeschoren is, maar een tijdje terug met een baard verscheen, die zijn wat zwakke kin wat meer kracht gaf. Voor de meeste mannen echter doet het esthetisch niet bijster veel, en als het wat doet, is het, mijns inziens, eerder een verslechtering. Net zoals het hoofd kaal scheren niet voor iedereen flatteus is, is een baard dragen dat ook niet. Naast de vorm van het gezicht is ook het patroon van de haarinplant belangrijk. Je kunt wel graag de meneer uit willen hangen, maar als er onregelmatige peper-en-zoutkleurige plukken uit je wangen steken, met willekeurige leemtes daartussen, zie je er, in de meeste gevallen, toch meer uit als een onverzorgde zwerver dan een waardig heer.
Ach, de mode, de mode.. Tegenwoordig heeft de gemiddelde moderne man meer haar op zijn wangen dan tussen zijn benen: van boven barbarian, van onder boyzilian.. Het zal nog lang wennen zijn, maar uiteindelijk zal ook mijn smaak zich geleidelijk omvormen. In feite kan immers iedere soort lichaamsbeharing zowel gevierd als vervloekt worden. Misschien wordt stug rughaar wel dè nieuwe trend, of worden over vijf jaar wimpers massaal weggeëpileerd, wie zal het zeggen?
[Deze column maakte HIER, in gesproken vorm, deel uit van het radioprogramma KULTI KULTI onder de rubriek “Moedig Voorwaarts!” (uitzending: 12 oktober 2013)]

Eén gedachte over “Mannen met baarden”