Idylle

De liefde, oh, de liefde.. Wat had ik er een haast mee toen ik jonger was. Ik zag het als roeping, maar ook als leertraject en loopbaan. Met de juiste kennis en ervaring zou ik het mysterie wel even oplossen. Natuurlijk zou ik wat fouten maken, maar eenmaal begaan, zou ik ervoor waken ze te herhalen. Ik zag de weg naar de ideale liefdesrelatie als lineair en onafwendbaar.

Gerard Reves roman Bezorgde Ouders, waarin de drankzuchtige dichter Treger zich staande probeert te houden in een draaikolk van angst en liefdesverlangen, trof me als jonge romanticus als uiterst tragisch. Hoe kon je nou 41 jaar oud zijn, en nog steeds zulk een onrealistisch en kinderlijk droombeeld koesteren?

Nu ik de leeftijd van Reves protagonist heb bereikt, zie ik dat mijn ooit zo nobele streven jeugddwaasheid was. Geen dagboek, geen app, geen self-help cliché,  geen moedertjelief heeft me kunnen helpen om echt volwassen te worden waar het de liefde betreft. Nu weet ik immers dat mijn hart autonoom is, losgezongen van levenservaring, gezond verstand en boven alles het verstrijken van de tijd. Ik mag dan ietsje ouder zijn, mijn hart trekt zich daar klaarblijkelijk niks van aan.

Mijn hart opent zich als ik 2 nieuwe nummers hoor van Sufjan Stevens. De klanken voeren me terug naar wat nooit helemaal was, maar wat had kunnen zijn. Het is hetzelfde sentiment als “Baby, Now That I’ve Found You” van The Foundations, “Michel” van Anouk, “Het werd zomer” van Rob de Nijs en “Kalverliefde” van Robert Long. Het is verlangen, vervulling en afwijzing ineen. Het is prille, lieflijke, nog onbedorven hunkering, het plukken en proeven van die eerste zoete vrucht.

André Acimans roman Noem me bij jouw naam, en de recente verfilming hiervan (waar de liedjes van Stevens speciaal voor geschreven zijn), hebben me diep geraakt. Als publiek zit je dicht op de huid van de 17-jarige Elio, die wanhopig verliefd wordt op de 24-jarige Oliver, die uiteindelijk zijn eerste grote liefde blijkt. De twijfel, de omtrekkende bewegingen,  de opwinding, de begeerte, allemaal pijnlijk herkenbaar.

Alles lijkt even te kloppen in de film. Het is een zwoele zomer, en deze lijkt eindeloos. De geliefden benaderen het ideaal van de symbiose. Ze noemen elkaar bij hun eigen naam, lijken in elkaar te vervloeien en op te gaan in hun liefde. Zelfs Elio’s vader blijkt de meest begrijpende en steunende ouder te zijn die je je als jonge LHBT+er wensen kan.

Zo hevig als mijn hart zich opent, breekt het even later weer. De symbiose mag niet zo zijn, en blijkt even tijdelijk als ongrijpbaar. Elio’s eerste liefdesverdriet stroomt met de aftiteling mee, mij en de andere leden van het gay boekenclubje waar ik sinds een tijdje toe behoor, beduusd achterlatend in de bioscoop.

Herinneringen flitsen voorbij. Weer zie ik mezelf die wanhopige liefdesbrief schrijven in het park.. Weer voel ik voor het eerst die hand van die leuke jongen op mijn knie.. Weer ruik ik de verwarrende mengeling van eau de toilette, rook en lust.. Weer proef ik die zachte lippen en ruwe stoppeltjes..

Kennelijk ben ik deze simpele eerste indrukken nooit helemaal te boven gekomen.. Maar wie, van al die mensen die ooit heftig verliefd zijn geweest, is dat wel? Het lijkt het bitterzoete lot te zijn om soms teruggeworpen te worden naar de oorspronkelijke idylle, het oeridee van liefde, waarin alles en iedereen in harmonie met elkaar is. Ja, het hart zal opnieuw breken, maar zich ook weer openen, en breken, en openen. En als er tranen vloeien, zullen het deels tranen van blijdschap zijn.

[Deze tekst werd zaterdag 10 februari 2018 voorgelezen in het kader van de rubriek “Moedig Voorwaarts” binnen aflevering 55 van het radioprogramma Kulti Kulti]

3 gedachten over “Idylle”

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.