Veranderen: methode

“Als je niet schrijft om de wereld te veranderen, kun je beter helemaal niet schrijven.” Aldus Édouard Louis (1992), de Franse schrijver van een serie autobiografische romans en novelles, waarin hij vertelt over zijn jeugd en jongvolwassenheid, geplaagd door armoede, giftige mannelijkheid en homofobe agressie. Zijn oeuvre, van Weg met Eddy Bellegueulle tot Veranderen: methode leest als een zeer noodzakelijk politiek pamflet. Hij houdt de lezer een spiegel voor met zijn persoonlijke levensverhaal. De bittere ernst van zijn bekentenisliteratuur resoneert wereldwijd, daagt uit om pijnlijke realiteiten onder ogen te zien, en inspireert mij persoonlijk, om terug te gaan naar mijn eigen verleden.

Wat doe je als opgroeiende homojongen, getergd door leeftijdsgenoten die je ineens niet meer mogen, je wegpesten en uitsluiten, omdat je in hun ogen niet meer voldoet? Je probeert te vluchten. Je grijpt alles aan om weg te komen uit de voor jou vijandige omgeving. Je probeert je status als buitenbeentje om te buigen. Zij vinden je raar en afwijkend, maar jij probeert het te zien als speciaal en buitengewoon. Zij zien je als minderwaardig, jij zult ze daarentegen allemaal nog lelijk op hun neus doen kijken door te triomferen door te transformeren!

Hoewel ik niet de armoede gekend heb die het leven van Édouard Louis zo getekend heeft, ben ik me wel degelijk bewust van mijn sociale klasse. Als zoon van een vader uit een arbeidersgezin en een moeder uit de middenstand, wit, katholiek, opgegroeid in het dorp Groesbeek, voelde ik me toch provinciaal, beknot en gevangen in een sfeer van conservatisme. Als ik nou maar gewoon een degelijke baan had kunnen vinden, een leuke vrouw, een huisje, een boompje, een beestje, dan was het vast goed gekomen. Maar juist dat wilde en kón ik niet, onder geen beding.

In mijn puberteit wierp ik het geloof af, ging ik vegetarisch eten, boeken over filosofie lezen, deed ik mijn stinkende best om mijn zachte g te verharden en was ik steeds vaker te vinden in Amsterdam. Lange tijd probeerde ik mijn gemis aan aandacht en erkenning te compenseren door te streven naar succes en roem. Onder het alibi van het volgen van een universitaire studie toog ik uiteindelijk naar de hoofdstad om het daar helemaal te gaan maken.

Ik vluchtte en veranderde mezelf, keer op keer, tot ik niet meer kon. Een pril begin van een mogelijke loopbaan bij de landelijke radio werd gedwarsboomd. Mijn jeugdige schoonheid en charme doofden langzaam uit. Depressie maakte me nederig en leerde me dat willen en kunnen niet per se hetzelfde zijn. Hoe maakbaar was ik überhaupt? Je kunt je als een slang levenslang blijven vernieuwen, je oude huid steeds afstoten, maar er komt een punt dat je je onvermijdelijk in je eigen staart bijt..

Het beklimmen van de sociale ladder, zoals Édouard Louis beschrijft, is moordend. Het verraad is fnuikend. Het doet me nog het meest denken aan dat beeld wat ik afgelopen winter zag: een glimmende, piekgave trap met 7 treden, losgeslagen, gedumpt op straat. Hoewel de weg naar boven zich verleidelijk aftekende, leidde deze nergens naartoe. Het afgedankte opstapje leunde daarentegen tegen een oude haagbeuk aan. Het was allebei hout, maar het grote verschil was dat de haagbeuk geworteld was, en dus, nog volop leefde.

[Deze tekst is ook te beluisteren binnen aflevering 105 van Kulti Kulti, uitgezonden: zaterdag 11 juni 2022]

5 gedachten over “Veranderen: methode”

  1. Het strijden voor je eigen plek en zijn wie je mag zijn op dees aard sijpelt door in alle lagen en rangen en standen. Er is geen garantie voor geluk of succes, het is een interessante, jubelende en soms neersabelen de weg. Leven is leren. mooi stuk Robert. Kus x

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.